“Terwijl ik in gedachten bij Casagemas was, ben ik aan de blauwe schilderijen begonnen”, zei Picasso later. Zijn vriend had in februari 1901 zelfmoord gepleegd – een schok die Picasso in verschillende schilderijen probeerde te verwerken.
Picasso ontwikkelde een eigen stijl, die niet aansloot op de heersende kunststromingen en daardoor aanvankelijk op onbegrip stuitte. Omdat zijn schilderijen slecht verkochten, werd Picasso’s financiële situatie zeer problematisch. Er waren tijden dat hij nauwelijks eten kon kopen, laat staan linnen en verf. Wanneer Picasso in deze perioden in Parijs verbleef, woonde hij in hotels of hij deelde een woning en atelier met een vriend, om geld te besparen.
Pas in 1904 krijgt hij zijn eigen atelier. Hij verbleef echter ook maandenlang in Barcelona, waar veel belangrijke schilderijen uit de Blauwe Periode onstonden.